Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat kan ik doen als mijn ouders arm zijn?

Wat kan ik doen als mijn ouders arm zijn?

HOOFDSTUK 20

Wat kan ik doen als mijn ouders arm zijn?

Gregori, een jongere in Oost-Europa, kan niet de kleren of elektronica kopen die sommige westerse jongeren wel kunnen betalen. Hij is zo gefrustreerd over zijn omstandigheden dat hij naar Oostenrijk wil verhuizen. Zou je zeggen dat Gregori arm is?

□ Ja □ Nee

Duizenden kilometers daarvandaan woont Loyiso in een dorpje in het zuiden van Afrika. Hij woont met zijn familie in een kleine hut, en hij is jaloers op de jongeren in een stadje in de buurt die het heel ’luxe’ hebben — ze hebben stromend water en elektriciteit. Zou je zeggen dat Loyiso arm is?

□ Ja □ Nee

HET is duidelijk dat ’arm’ een relatief begrip is, dat in verschillende landen verschillende dingen betekent. Gregori vindt misschien dat hij in armoede leeft, maar vergeleken bij Loyiso heeft hij het heel luxe. Het is ontnuchterend te bedenken dat, hoe arm je ook bent, er waarschijnlijk altijd mensen zijn die het slechter hebben dan jij. Maar als je geen fatsoenlijke kleren hebt om naar school aan te trekken en je basisvoorzieningen als stromend water niet hebt, vind je het misschien niet echt een troost te horen dat anderen het nog slechter hebben.

Sommige jongeren die in armoede opgroeien, voelen zich minderwaardig en proberen dat gevoel te verdoven met alcohol of drugs. Maar proberen aan de realiteit te ontsnappen, maakt de situatie alleen maar erger. Personen die te veel alcohol drinken, ontdekken dat het ’bijt net als een slang, en gif afscheidt net als een adder’ (Spreuken 23:32). Maria komt uit een arm eenoudergezin in Zuid-Afrika, en zij zegt: „Aan de realiteit proberen te ontsnappen levert meer problemen op dan het oplost.”

Misschien ga jij niet drinken of aan de drugs, maar heb je weinig hoop dat je situatie er ooit beter op zal worden. Waar kun je hulp vinden? De wijze raad uit de Bijbel kan de sleutel zijn die de ketenen van wanhoop losmaakt en je helpt een gezonde instelling te ontwikkelen. Hoe?

Kijk naar de positieve dingen

Eén positieve stap die je kunt doen is je niet te richten op wat je niet hebt, maar op wat je wel hebt. Als er bij jou thuis een gezellige sfeer heerst en je ouders goed voor je zorgen, is dat bijvoorbeeld veel meer waard dan geld! Een Bijbelspreuk zegt: „Beter is een schotel groente waar liefde is, dan een aan de kribbe gemeste stier en haat daarbij” (Spreuken 15:17). Christelijke jongeren hebben iets wat bijzonder waardevol is: de steun van „de gehele gemeenschap van broeders”. — 1 Petrus 2:17.

Je zou ook kunnen proberen je materiële bezittingen positiever te bekijken. Misschien woon je in een eenvoudig of zelfs primitief huis. Het kan zijn dat je oude, versleten of opgelapte kleding draagt. En misschien verlang je naar iets meer variatie in je maaltijden. Maar heb je modieuze kleding of een mooi huis nodig om Gods goedkeuring te hebben? Heb je verfijnde maaltijden nodig om in leven en gezond te blijven? Niet echt. Paulus leerde in dit verband een waardevolle les. Hij heeft zowel rijkdom als armoede gekend (Filippenzen 4:12). Zijn conclusie? „Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” — 1 Timotheüs 6:8.

Eldred, een Zuid-Afrikaan die opgroeide in een gezin dat niet veel had, vertelt: „We accepteerden gewoon dat we niet veel geld hadden en dat we niet alles konden krijgen wat we wilden.” Hij weet nog dat als zijn schoolbroek versleten was, zijn moeder er gewoon een lap op naaide, steeds opnieuw! „Ik werd er wel een beetje mee geplaagd,” vertelt Eldred, „maar het belangrijkste was dat onze kleren schoon en draagbaar waren.”

Ontwikkel zelfrespect

James (11) woonde met zijn moeder en zusje in een krottenwijk bij Johannesburg (Zuid-Afrika). Ze hadden bijna niets. Toch had James iets wat hij kon gebruiken: tijd en energie, en daarmee hielp hij graag anderen. Elk weekend bood James zich aan om te helpen bij de bouw van een plaatselijke Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen. Daarmee kon hij niet alleen zijn tijd nuttig gebruiken waardoor hij zich niet verveelde, maar het gaf hem ook voldoening en zelfrespect. „Na een dag helpen bij de bouw van de zaal heb ik vanbinnen een heel tevreden gevoel!”, zegt hij.

Een andere nuttige activiteit is van deur tot deur gaan om mensen over de Bijbel te vertellen (Mattheüs 24:14). Jongeren onder Jehovah’s Getuigen doen dat op geregelde basis. Daarmee bieden ze anderen de hoop op een beter leven in de toekomst, en ze vergroten hun eigen gevoel van zelfrespect en waardigheid. Het is waar dat ze met dit werk geen geld verdienen. Maar denk eens aan Jezus’ boodschap voor de christenen in de gemeente Smyrna uit de oudheid. Materieel gezien hadden ze het niet breed. Maar omdat ze echt geestelijk gezind waren, kon Jezus tegen hen zeggen: „Ik ken uw verdrukking en armoede — doch gij zijt rijk.” Omdat uit hun daden bleek dat ze echt geloof stelden in Jezus’ vergoten bloed, zouden ze uiteindelijk heel rijk worden doordat ze de kroon van onsterfelijk leven zouden ontvangen. — Openbaring 2:9, 10.

Kijk naar de toekomst

Je kunt een hechte band met Jehovah opbouwen, of je nu rijk bent of arm. De Bijbel zegt: „De rijke en de onbemiddelde hebben elkaar ontmoet. De Maker van hen allen is Jehovah” (Spreuken 22:2). Dat heeft duizenden jonge Getuigen van Jehovah geholpen met armoede om te gaan. Ze beseffen dat geluk niet van materiële dingen afhangt, maar van het sluiten van vriendschap met Jehovah God, die iedereen verwelkomt die hem wil dienen. God biedt de hoop op leven in een nieuwe wereld die niet gekweld wordt door armoede. — 2 Petrus 3:13; Openbaring 21:3, 4.

Ondertussen kun je wat je wel hebt op een verstandige manier gebruiken. Kijk naar de toekomst. Verzamel geestelijke schatten (Mattheüs 6:19-21). Zie armoede als een uitdaging die je aankunt!

SLEUTELTEKST

„Al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.” — Lukas 12:15.

TIP

Ga niet gokken, roken of veel alcohol drinken. Als anderen in je familie dat wel doen, geef hun dan een goed voorbeeld door je gedrag.

WEETJE

Wat je omstandigheden ook zijn, het toepassen van Bijbelse beginselen kan je helpen tevreden te zijn. — Filippenzen 4:12, 13; 1 Timotheüs 6:8; Hebreeën 13:5.

ACTIEPUNTEN

Waardevolle dingen die ik heb: ․․․․․

Ik zal die dingen gebruiken om anderen te helpen door ․․․․․

Wat ik mijn ouder(s) over dit onderwerp wil vragen: ․․․․․

WAT DENK JIJ?

● Waarom is ’arm’ een relatief begrip?

● Waarom is het niet verstandig drugs, alcohol of andere middelen te gebruiken om aan de realiteit te ontsnappen?

● Welke praktische dingen kun je doen om met armoede om te gaan?

[Inzet op blz. 168]

„Ik voelde me gevangen in armoede, maar ik zag wel in dat me bij een bende aansluiten of stelen het er niet beter op zou maken. Nu zijn veel van mijn leeftijdgenoten die dat wel deden hopeloos mislukt, verslaafd aan de drank of de drugs of ze zitten in de gevangenis.” — George

[Kader/Illustraties op blz. 164]

Werkblad

Moet ik naar het buitenland gaan?

Sommige jongeren willen naar het buitenland om geld voor zichzelf te verdienen of om hun familie te ondersteunen. Andere verhuizen om een vreemde taal te leren, een opleiding te volgen of te vluchten voor problemen thuis. Sommige christelijke jongeren zijn verhuisd naar landen waar behoefte is aan predikers. Naar een ander land verhuizen is een grote stap waar je goed over na moet denken. Dus als je overweegt naar het buitenland te gaan, lees dan de Bijbelteksten hieronder en mediteer erover. Denk na over de vragen en schrijf de antwoorden op een vel papier. Neem dan onder gebed een beslissing.

□ Welke wettelijke vereisten zijn erbij betrokken? — Romeinen 13:1.

□ Wat zullen de totale financiële kosten zijn? — Lukas 14:28.

□ Wat doe ik nu waaruit blijkt dat ik in het buitenland voor mezelf kan zorgen? — Spreuken 13:4.

□ Welk advies geven verstandige mensen die in het buitenland gewoond hebben? — Spreuken 1:5.

□ Wat vinden mijn ouders ervan? — Spreuken 23:22.

□ Wat is mijn motief om naar het buitenland te willen? — Galaten 6:7, 8.

□ Als ik bij anderen ga wonen, zullen die me dan aanmoedigen om vast te houden aan goede geestelijke gewoonten? — Spreuken 13:20.

□ Met welke gevaren kan ik te maken krijgen, ook in moreel en geestelijk opzicht? — Spreuken 5:3, 4; 27:12; 1 Timotheüs 6:9, 10.

□ Als ik het realistisch bekijk, welke voordelen denk ik dan te krijgen door in het buitenland te gaan wonen? — Spreuken 14:15.

[Illustratie op blz. 167]

De raad van de Bijbel kan zijn als een sleutel die de ketenen van wanhoop losmaakt