Denk je dat het moeilijk is om het goede te doen? — De meeste mensen denken van wel. De Bijbel laat zien dat het voor een jongen die Josia heette, extra moeilijk was om het goede te doen. Maar hij had goede vrienden die hem hielpen. Laten we eens wat verder praten over Josia en zijn vrienden.

De vader van Josia was Amon, een koning van Juda. Amon was heel slecht. Hij was afgoden gaan aanbidden. Toen Amon doodging, werd Josia koning van Juda. Maar Josia was pas acht jaar! Was hij slecht, net als zijn vader? — Nee, juist niet!

Josia wilde toen al graag naar Jehovah luisteren, ook al was hij nog maar een kind. Daarom wilde hij alleen maar vrienden hebben die ook van Jehovah hielden. En zij hielpen Josia om te doen wat goed was. Wie waren bijvoorbeeld vrienden van Josia?

Een van zijn vrienden was Zefanja. Zefanja was een profeet die de mensen van  Juda waarschuwde dat ze vreselijke dingen zouden meemaken als ze afgoden gingen aanbidden. Josia luisterde naar Zefanja en was een aanbidder van Jehovah, geen aanbidder van afgoden.

Nog een goede vriend van Josia was Jeremia. Hij was ongeveer even oud als Josia, en ze groeiden bij elkaar in de buurt op. Ze waren zulke goede vrienden dat toen Josia doodging, Jeremia een speciaal lied schreef over hoe erg hij Josia miste. Jeremia en Josia hielpen elkaar om het goede te doen en naar Jehovah te luisteren.

Wat kun je leren van het voorbeeld van Josia? — Josia wilde als kind al doen wat goed was. Hij wist dat het verstandig was om vrienden te hebben die van Jehovah hielden. Kies dus altijd vrienden die van Jehovah houden en die je kunnen helpen het goede te doen!