Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vrijwilligers aan het werk

Vrijwilligers aan het werk

Vrijwilligers aan het werk

ELKE vrijdagmiddag verandert Sirley, een Braziliaanse onderwijzeres van middelbare leeftijd, haar huiskamer in een klaslokaal. Rond twee uur arriveert Amélia, een van de leerlingen. Ze mist nooit een les en leest al beter dan veel jongeren op de middelbare school. Amélia is 82 jaar.

Amélia treedt in de voetsporen van de ruim zestig bejaarden die met goed resultaat de gratis lees- en schrijflessen hebben gevolgd die Sirley in haar woonplaats geeft. Onlangs werd aan Sirleys vrijwilligerswerk een artikel gewijd in de Braziliaanse krant Jornal do Sudoeste. Na opgemerkt te hebben dat ze „een enorme bijdrage levert aan het maatschappelijk leven”, zei het krantenartikel dat de methode die Sirley gebruikt voor het onderwijzen van de bejaarden zo doeltreffend is, dat „ze na slechts 120 lesuren brieven schrijven, de krant lezen en om kunnen gaan met getallen en andere dagelijks voorkomende dingen”. Het leerboek dat Sirley gebruikt, zo voegt het artikel eraan toe, is de brochure Aprenda ler e escrever, geschreven door Jehovah’s Getuigen. *

Van schaamte tot een gevoel van eigenwaarde

Een andere leerling van Sirley, de 68-jarige dona Luzia, vertelt dat ze zich voordat ze lezen en schrijven had geleerd, beschroomd voelde om met anderen te praten. Zelfs boodschappen doen was een hele uitdaging. „Nu schrijf ik brieven aan mijn familie die elders woont en beheer ik mijn eigen geld. Niemand geeft me nog te weinig wisselgeld”, zegt ze met een glimlach. Maria, ook 68 jaar oud, vertelt hoe opgelaten ze zich altijd voelde als ze haar pensioencheque tekende met een duimafdruk. „Ik voelde me net een invalide”, zegt ze. Maar dankzij de lees- en schrijflessen zet Maria nu blij haar eigen handtekening.

De lof van leerlingen en afgestudeerden heeft Sirleys gratis leerprogramma zo populair gemaakt dat haar huiskamer te vol wordt. Binnenkort zullen de lessen in een ruimer vertrek gegeven worden.

Een bekroond programma

Sirley is een van Jehovah’s Getuigen. U bent ongetwijfeld bekend met het bijbelonderwijs dat Jehovah’s Getuigen op vrijwillige basis geven. Maar Sirleys succes is niet uniek. De lees- en schrijflessen die in honderden Koninkrijkszalen in heel Brazilië worden gegeven, hebben al ruim 22.000 personen in dat land geholpen lezen en schrijven te leren.

Dergelijke programma’s van Jehovah’s Getuigen zijn ook in andere delen van de wereld een succes geweest. In het Afrikaanse land Boeroendi bijvoorbeeld was het Nationale Bureau voor Alfabetisering van Volwassenen (ressorterend onder het Ministerie van Onderwijs) zo enthousiast over de resultaten van de lees- en schrijfcursussen van de Getuigen dat het vier van de leraren een prijs toekende voor „al het werk dat in de leeslessen gestoken was”. Overheidsfunctionarissen zijn er vooral van onder de indruk dat 75 procent van degenen die lezen en schrijven hadden geleerd volwassen vrouwen waren — een groep die er meestal voor terugschrikt dergelijke cursussen te volgen.

In Mozambique doen 4000 leerlingen mee aan de lees- en schrijflessen van de Getuigen en in de afgelopen vier jaar hebben er ruim 5000 leerlingen de cursus met goed gevolg doorlopen. Een voormalige leerling schreef: „Graag wil ik mijn oprechte waardering uiten. Dankzij de school kan ik lezen en schrijven.”

Hulpverlening die „niet plichtmatig maar praktisch is”

Reliefwerk is nog een soort vrijwilligerswerk dat Jehovah’s Getuigen verrichten. Niet lang geleden gonsde het in een pakhuis in de buurt van Parijs van activiteit. Zo’n 400 vrijwilligers besteedden hun weekend aan het in dozen pakken van voedsel, kleding en medicijnen. Toen het weekend voorbij was, stonden er negen grote containers vol hulpgoederen ter waarde van bijna $1 miljoen klaar om verzonden te worden. Kort daarna arriveerde de lading in het door oorlog verscheurde Centraal-Afrika, waar plaatselijke vrijwilligers, Getuigen, de goederen snel verdeelden. De meeste goederen werden ook door Getuigen geschonken.

Een krant in Congo (Kinshasa) prees het humanitaire werk van Jehovah’s Getuigen als „niet plichtmatig maar praktisch”. Functionarissen van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) hebben eveneens hun ingenomenheid betuigd. Een UNHCR-functionaris in de Democratische Republiek Congo was zo enthousiast over de ordelijkheid waarmee het reliefwerk van de Getuigen plaatsvond, dat ze de vrijwilligers haar voertuig ter beschikking stelde. Plaatselijke mensen zijn eveneens onder de indruk. Toen toeschouwers merkten hoe snel de reliefgoederen bij alle behoeftigen belandden, vroegen sommigen vol verbazing: „Hoe zijn jullie georganiseerd dat jullie iedereen kunnen bereiken?”

Het reliefwerk van Jehovah’s Getuigen en hun lees- en schrijfcursussen zijn slechts twee voorbeelden van de diensten die Getuigen al tientallen jaren overal ter wereld verlenen. Maar de Getuigen zijn ook betrokken bij een ander soort vrijwilligerswerk — een werk dat werkelijk van blijvend belang is. Daaraan is het volgende artikel gewijd.

[Voetnoot]

^ ¶3 Deze brochure (Lezen en schrijven leren), die in 6 talen verkrijgbaar is, en een meer recente publicatie (Leg u toe op lezen en schrijven), verkrijgbaar in 29 talen, worden uitgegeven door Jehovah’s Getuigen. Neem voor een gratis exemplaar contact op met de plaatselijke Koninkrijkszaal of de uitgevers van dit tijdschrift.

[Kader/Illustratie op blz. 6, 7]

De veranderende vrijwilligerswereld

Terwijl Julie voor zaken de hele wereld over reist, slaagt ze erin toch nog tijd te vinden voor wat vrijwilligerswerk — een paar uur hier en een dag daar. Toen ze onlangs in Zuid-Amerika was, hielp ze een middag in een weeshuis in de buurt van Santiago de Chile. Ze zegt dat reizen „schitterende gelegenheden” biedt om vrijwilligerswerk van allerlei aard te doen.

Een groeiend aantal vrijwilligers geeft net als Julie iets van hun tijd — maar in steeds kleinere porties. „Het is een nieuwe trend”, zegt Sara Meléndez, hoofd van een researchgroep die cijfers over vrijwilligerswerk verzamelt. „Mensen melden zich aan voor vrijwilligerswerk, maar het is dan veelal slechts voor korte tijd.” Het gevolg is dat het de organisatoren bijzonder moeilijk valt voldoende mensen voor hun projecten te vinden.

„Flexibel vrijwilligerswerk”

Sommige organisatoren denken dat deze nieuwe trend — minder tijd aan één stuk aan vrijwilligerswerk besteden — veroorzaakt wordt door een verandering in de instelling van vrijwilligers. „Je hoort vrijwilligers niet meer zeggen: ’Ik blijf hier aan het werk zolang het nodig is’”, zegt Susan Ellis, een adviseuse voor vrijwilligersgroepen. „Mensen willen zich niet binden.” De journaliste Eileen Daspin is het daarmee eens. Na verscheidene directeuren van vrijwilligersgroepen geïnterviewd te hebben over het tekort aan vrijwilligers kwam ze tot de conclusie dat „het vrijwilligerswerk last heeft van een ernstige bindingsfobie”.

De directrice van New York Cares, Kathleen Behrens, die al eerder in deze reeks artikelen werd genoemd, is evenwel van mening dat het bij degenen die korte periodes vrijwilligerswerk doen geen kwestie is van gebrek aan betrokkenheid maar van gebrek aan tijd. Mensen die een werkweek van meer dan vijftig uur moeten combineren met de zorg voor kinderen of voor bejaarde ouders, kunnen gewoon niet op geregelde basis vrijwilligerswerk doen. „Maar juist het feit dat deze mensen die het toch al zo druk hebben een plaatsje in hun leven inruimen voor het dienen van de gemeenschap”, zegt ze, „laat zien dat hun betrokkenheid in feite heel sterk is.”

Voor zulke vrijwilligers die met tijdgebrek kampen, zegt Behrens, is „flexibel vrijwilligerswerk” de oplossing. Veel vrijwilligersorganisaties bieden nu zelfs eendaagse projecten aan. „Dat stelt mensen in staat zinvol vrijwilligerswerk te doen terwijl het hun de noodzakelijke flexibiliteit geeft om het op semi-regelmatige basis te doen.”

Ook doen steeds meer mensen thuis vrijwilligerswerk achter hun computer, zoals het invoeren van gegevens en research. „On line vrijwilligerswerk”, schrijft The Wall Street Journal, „is misschien wel de meest ongewone, en volgens sommigen de veelbelovendste, vorm van wat men tegenwoordig ’flexibel vrijwilligerswerk’ noemt.”

[Kader/Illustraties op blz. 8]

Hulp voor Kobe

Toen een aardbeving in januari 1995 de bloeiende Japanse havenstad Kobe trof, waren de verwoestingen ontzettend. Er vielen ruim 5000 slachtoffers te betreuren en daarmee was het de dodelijkste aardbeving die Japan sinds 1923 had getroffen. In Japan en overal ter wereld gingen Jehovah’s Getuigen onmiddellijk aan de slag om de getroffenen te helpen. Toen er een hulpfonds was opgericht, werd er op drie werkdagen meer dan $1 miljoen bijgedragen. Reliefgoederen van allerlei aard stroomden Kobe binnen.

Een christelijke ouderling die bij het reliefwerk betrokken was, constateerde dat er in zijn Koninkrijkszaal al gauw meer goederen stonden dan gebruikt konden worden. Wat moest daarmee gebeuren? Hij stelde voor een deel ervan aan een nabijgelegen ziekenhuis te schenken. De Getuigen laadden een bestelwagen vol en zochten hun weg door het puin. De tocht duurde uren in plaats van de gebruikelijke paar minuten. In het ziekenhuis boden ze de geneesheer-directeur hun goederen aan, waaronder dekens, matrassen, luiers, vers fruit en zonder recept verkrijgbare medicijnen. Vol waardering zei de arts dat het ziekenhuis alles wat de Getuigen konden geven heel graag zou aanvaarden. Het fruit was bijzonder welkom, omdat er niet voldoende vers voedsel voor alle patiënten was.

Terwijl de Getuigen de goederen uitlaadden, stond de arts stilletjes toe te kijken — ondanks de dringendheid van zijn werk. Daarna boog hij nederig en bedankte hen. Toen ze wegreden, bleef hij daar staan om te tonen hoe dankbaar hij was. De betreffende ouderling merkte op dat ditzelfde ziekenhuis later heel meewerkend werd voor patiënten die Jehovah’s Getuigen zijn.

[Kader/Illustraties op blz. 9]

Vrijwilligerswerk — Een kracht ten goede

Toen een groepje vrijwilligers in Kabezi, een kleine gemeenschap in Boeroendi, een Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen wilde bouwen, deed de plaatselijke functionaris hun een ongewoon verzoek. Hij vroeg of de Getuigen de weg die langs de geplande bouwplaats liep, konden herstellen. De Getuigen stemden er met plezier in toe de beschadigde weg te repareren en deden al het werk met de hand. De vrijwilligers kweten zich zo goed van het karwei dat plaatselijke beambten hun waardering uitten voor hun harde werk en bereidwilligheid. Daarna begonnen de vrijwilligers met de bouw van hun hierboven afgebeelde Koninkrijkszaal. Nu beschikken ze over een fraai gebouw dat jarenlang het bijbelonderwijs ten goede zal komen. Ja, het vrijwilligerswerk in zijn vele vormen kan van verstrekkend nut zijn.

[Illustraties op blz. 6, 7]

Sirley vindt het heerlijk anderen te leren lezen

[Verantwoording]

Nelson P. Duarte-​Jornal do Sudoeste