Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een brief uit Griekenland

Een predikingstrip naar de zuidelijkste punt van Europa

Een predikingstrip naar de zuidelijkste punt van Europa

HET indrukwekkende Levkágebergte op Kreta verdwijnt langzaam uit het zicht terwijl onze boot richting een klein plateau vaart dat uit de diepte van de Middellandse Zee oprijst. We zijn met z’n dertienen en gaan prediken op het eiland Gavdos, een klein stipje op de kaart, helemaal in het zuiden van Europa.

Het lijkt op deze warme zomerdag een rustig tochtje te worden. Maar al snel worden de golven door windstoten opgezweept, waardoor de boot vreselijk heen en weer geslingerd wordt. Misselijk en beroerd denk ik aan het Bijbelverslag over de apostel Paulus, die eeuwen geleden op dezelfde zee in een zware storm terechtkwam. Gavdos stond toen bekend als Kauda (Handelingen 27:13-17). Ik kan alleen maar hopen dat we veilig op Gavdos aankomen.

Kaap Trypití, het zuidelijkste puntje van Europa

Eindelijk komt onze bestemming in zicht: een rotsformatie met aan de kust steile kliffen. Het eiland is redelijk vlak, niet meer dan zo’n 300 meter hoog, zonder opvallende hoogteverschillen. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 26 vierkante kilometer en het grootste deel ervan is dichtbegroeid met naaldbomen en struiken. Op sommige plaatsen groeien jeneverbessen helemaal tot aan het strand.

Ooit woonden er zo’n achtduizend mensen op het eiland. Tegenwoordig is het aantal vaste bewoners nog geen veertig. Het lijkt wel of de tijd op Gavdos heeft stilgestaan. Hoewel er vaak vrachtschepen en tankers langs de kust varen, heeft het eiland alleen maar een onregelmatige veerdienst met Kreta, die door slecht weer vaak vertraging heeft of geannuleerd wordt.

We willen de mensen op Gavdos iets positiefs brengen: een betrouwbare hoop op een betere toekomst en het vooruitzicht op eeuwig leven in volmaakte gezondheid. Als onze boot aanlegt, gaan we enthousiast aan wal om dat goede nieuws te gaan vertellen.

Na vier en een half uur heen en weer te zijn geschud, verraden onze bleke gezichten dat de tocht allesbehalve een relaxte cruise was. Maar een dutje en een kop koffie doen wonderen. We nemen kort het Bijbelverslag over de tocht van de apostel Paulus door en na samen te hebben gebeden, beginnen we met ons werk.

De bewoners zijn vriendelijk en gastvrij. Ze nodigen ons binnen en geven ons iets te eten en te drinken. We vertellen ze niet alleen het goede nieuws uit de Bijbel, maar uit dankbaarheid bieden we waar nodig ook onze hulp aan. Iemand uit onze groep, een elektricien, ziet tijdens een gesprek met een vrouw dat een apparaat in haar winkel stuk is en biedt aan om het te repareren. De vrouw is geroerd. Ze neemt onze Bijbelse lectuur aan en zegt dat we goed werk doen. Een andere vrouw zegt dankbaar: „Jullie werk is van God, niet van mensen. Dat moet wel omdat jullie op dit afgelegen eiland zijn komen prediken.”

De mensen lijken heel blij te zijn met de Bijbelse lectuur die we hebben meegebracht. Een man neemt De Wachttoren en Ontwaakt! aan en wil nog meer lectuur om in de wintermaanden te lezen. Een andere man wil niet alleen lectuur voor zichzelf, maar ook om in zijn zaak te leggen zodat zijn klanten die kunnen lezen. Hij geeft ons zijn adres zodat we hem elke maand de tijdschriften kunnen sturen. Eén gezin is erg onder de indruk als we ze laten zien dat hun eilandje in de Bijbel wordt genoemd. Ze willen graag onze tijdschriften lezen.

De Sarakíniko-baai, met een gedenkplaat voor de ballingen en een gebouw waar ze woonden

Zulke reacties zijn natuurlijk heel opbouwend, maar ons bezoek aan Gavdos brengt bij sommigen van ons ook droevige herinneringen naar boven. Bij de Sarakíniko-baai staat een gebouw waarin ooit politieke ballingen woonden. Emmanuel Lionoudakis, een van Jehovah’s Getuigen, werd hier eind jaren dertig naar verbannen vanwege zijn prediking. * Het Gavdos van die tijd is wel beschreven als een „dor eiland waar alleen dodelijke schorpioenen leefden, een plaats waar velen (...) gestorven zijn door honger, ontberingen en ziekten, [een plaats] die terecht het eiland van de dood is genoemd”. Lionoudakis ging vissen om iets te eten te hebben, maar hij was ook druk bezig met prediken tot andere ballingen, omdat hij de enige Getuige was. Als zijn dochter, schoonzoon en kleindochter de plek zien waar hij zo’n zeventig jaar geleden vastzat, worden ze helemaal emotioneel. Zijn voorbeeld is voor ons een inspiratie om trouw en actief in de dienst voor God te blijven.

Voor de ballingen was Gavdos niet bepaald een toeristenparadijs. Maar wij voelen ons hier heel welkom. We prediken dit weekend op het hele eiland en laten bij de hartelijke mensen 46 tijdschriften en 9 brochures achter. We zien ernaar uit om nog eens terug te komen bij onze nieuwe vrienden hier!

Voor we het weten, is het al tijd om te vertrekken. Maar het weer zit opnieuw tegen, en de boot van vijf uur ’s middags vertrekt voorlopig niet. We gaan pas om middernacht aan boord en bereiden ons voor op een ruige overtocht. Om drie uur ’s nachts vertrekken we eindelijk, en na vijf uur op een woeste zee komen we op Kreta aan. Uitgeput zetten we wankelend voet aan wal, maar we zijn blij dat we Jehovah’s naam op Gavdos bekend hebben gemaakt (Jesaja 42:12). Iedereen van onze groep is het ermee eens dat het de moeite waard was. Het ongemak zullen we al snel vergeten, maar de herinnering aan deze trip zal altijd blijven!

^ ¶11 Zie voor het levensverhaal van Emmanuel Lionoudakis De Wachttoren van 1 september 1999, blz. 25-29.