DE BIJBEL VERANDERT LEVENS
‘Vechtsport was mijn leven’
Geboortejaar: 1962
Geboorteland: Verenigde Staten
Achtergrond: Leefde voor de vechtsport
MIJN VERLEDEN
Mijn trainingspartner was er veel erger aan toe dan ik had verwacht. Ik had hem per ongeluk op zijn neus getrapt. Ik voelde me schuldig en vroeg me af of ik wel verder moest gaan met vechtsport. Hoe kwam het dat ik vraagtekens ging zetten bij een sport die al jarenlang mijn passie was? Ik zal eerst uitleggen hoe ik ooit met vechtsport begonnen ben.
Ik ben opgegroeid in de buurt van Buffalo, in de staat New York, in een hecht en vroom katholiek gezin. Ik ging naar een katholieke school en was misdienaar. Mijn ouders wilden dat mijn zus en ik in het leven zouden slagen. Daarom mocht ik na schooltijd aan sport doen of een baantje hebben, als ik maar goede cijfers haalde. Daardoor ontwikkelde ik al vroeg zelfdiscipline.
Op mijn zeventiende ging ik vechtsport beoefenen. Jarenlang trainde ik drie uur op een dag, en dat zes dagen per week. Elke week zat ik urenlang technieken en bewegingen in mijn hoofd te oefenen en video’s te bekijken om beter te worden. Ik oefende ook vaak geblinddoekt, zelfs met wapens. Ik kon planken of stenen met mijn hand in één keer doormidden slaan. Ik won prijzen bij wedstrijden en kwam hoog op de ranglijsten te staan. Vechtsport werd het allerbelangrijkste in mijn leven.
Ik dacht dat ik het helemaal gemaakt had in het leven. Ik studeerde cum laude af aan de universiteit en ging aan het werk als informatica-ingenieur voor een groot bedrijf. Ik genoot van alle extra’s die het bedrijf bood, had een eigen huis en een vriendin. Op het eerste gezicht leek mijn leven geweldig, maar ik zat met veel levensvragen waar ik het antwoord niet op wist.
DE BIJBEL VERANDERT MIJN LEVEN
Om antwoorden te krijgen begon ik tot God om hulp te bidden en twee keer per week naar de kerk te gaan. Op een dag had ik een gesprek met een vriend dat mijn leven veranderde. Ik vroeg hem: ‘Heb je je ooit afgevraagd wat de zin van het leven is?’ En ik voegde eraan toe: ‘Er zijn zo veel problemen en er is zo veel onrecht!’ Hij zei dat hij zich ooit hetzelfde had afgevraagd en dat hij de antwoorden in de Bijbel had gevonden. Hij gaf me een boek met de titel U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. a Hij legde uit dat hij de Bijbel met Jehovah’s Getuigen had bestudeerd. In eerste instantie aarzelde ik omdat ik vond dat je geen lectuur van een ander geloof moest lezen. Maar omdat ik zo graag antwoorden wilde op mijn vragen, besloot ik te onderzoeken of wat de Getuigen leerden geloofwaardig was.
Ik was onder de indruk van wat de Bijbel echt leert. Ik kwam te weten dat het Gods bedoeling was dat mensen voor eeuwig in een paradijs op aarde leven en dat Gods doel met de mens niet veranderd was (Genesis 1:28). Ik stond versteld toen ik Gods naam, Jehovah, in mijn eigen King-Jamesbijbel zag staan en te weten kwam dat dit de naam was waarover ik had gebeden als ik het Onzevader opzei (Psalm 83:18; Mattheüs 6:9). Ook ging ik eindelijk begrijpen waarom God lijden toelaat. Alles wat ik leerde was zo logisch! Ik was helemaal enthousiast.
Ik zal de eerste vergadering van Jehovah’s Getuigen die ik bijwoonde nooit vergeten. Iedereen was vriendelijk en vroeg hoe ik heette. Op die eerste vergadering werd er een lezing gehouden waarin werd uitgelegd wat voor gebeden door God worden verhoord. Dat onderwerp interesseerde me omdat ik God om hulp had gebeden. Daarna woonde ik de herdenking van Jezus’ dood bij. Ik vond het bijzonder dat tijdens de vergaderingen zelfs kinderen meelazen met Bijbelteksten die werden voorgelezen. In het begin kon ik de Bijbelteksten niet vinden, maar de Getuigen waren behulpzaam en leerden me hoe ik de Bijbel kon gebruiken.
Door het bijwonen van de vergaderingen kreeg ik veel waardering voor de hoogstaande kwaliteit van het onderwijs van de Getuigen. Elke vergadering leerde ik weer wat nieuws, en ik ging altijd aangemoedigd en opgebouwd naar huis. Toen bood iemand me een privé-Bijbelcursus aan.
Wat ik bij Jehovah’s Getuigen zag was compleet anders dan wat ik altijd in mijn kerk had gezien. Het viel me op dat de Getuigen een eensgezinde en oprechte groep mensen waren die hun best deden om Gods goedkeuring te krijgen. Ik zag dat er echte liefde onder hen was — hét kenmerk van ware christenen (Johannes 13:35).
Hoe meer ik uit de Bijbel leerde, hoe meer veranderingen ik aanbracht om naar de Bijbelse normen te leven. Maar de vechtsport opgeven ging me te ver. Ik hield van de training en de wedstrijden. Toen ik dit aan mijn Bijbelleraar vertelde, zei hij vriendelijk: ‘Ga gewoon door met de Bijbelstudie. Ik weet dat je de juiste beslissing zult nemen.’ Dat was precies wat ik nodig had. Hoe meer ik studeerde, hoe meer ik Jehovah’s goedkeuring wilde.
Een keerpunt was het voorval dat ik eerder noemde, toen ik mijn trainingspartner per ongeluk op zijn neus had getrapt. Door dat voorval ging ik er serieus over nadenken of ik een vreedzame volgeling van Christus kon zijn als ik met vechtsport doorging. Ik wist dat in Jesaja 2:3, 4 over mensen die Jehovah’s leiding volgen wordt voorspeld: ‘Oorlog zullen ze niet meer leren.’ En Jezus leerde dat je nooit je toevlucht moet nemen tot geweld, zelfs niet als je met onrecht te maken krijgt (Mattheüs 26:52). Daarom stopte ik met de sport waar ik zo veel van hield.
Daarna volgde ik de Bijbelse raad op om ‘je te oefenen in toewijding aan God’ (1 Timotheüs 4:7). Alle tijd en moeite die ik voorheen in de vechtsport stak, investeerde ik nu in een geestelijke routine. Mijn vriendin was het niet eens met wat ik uit de Bijbel leerde, dus gingen we uit elkaar. Op 24 januari 1987 werd ik gedoopt als een van Jehovah’s Getuigen. Kort daarna werd ik fulltimeprediker en ging ik mijn tijd besteden aan het geven van Bijbelles. Dat doe ik nu nog steeds. Ik heb ook een tijdje op het internationale hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen in New York gediend.
DE VOORDELEN
Nu ik de waarheid over God ken, heb ik gevonden wat ik miste in mijn leven. Ik voel me niet langer leeg. Ik heb een doel in het leven en een hoop voor de toekomst, en dat maakt me echt gelukkig. Ik houd nog steeds van sporten, maar dat is niet meer het belangrijkste in mijn leven. Mijn prioriteit is om Jehovah God te dienen.
Toen ik nog aan vechtsport deed, lette ik altijd op de mensen om me heen en dacht ik er constant aan hoe ik mezelf zou verdedigen als iemand me zou aanvallen. Nu let ik nog steeds op mensen om me heen, maar om een andere reden: omdat ik ze wil helpen. Door de Bijbel ben ik vrijgeviger geworden en een betere echtgenoot voor mijn mooie vrouw, Brenda.
Vechtsport was mijn leven. Maar nu is er iets beters voor in de plaats gekomen. Het is zoals de Bijbel zegt: ‘Lichamelijke oefening is nuttig voor weinig, maar toewijding aan God is nuttig voor alles, omdat ze een belofte inhoudt voor het leven nu en het leven dat zal komen’ (1 Timotheüs 4:8).
a Uitgegeven door Jehovah’s Getuigen; nu niet meer leverbaar.