22 FEBRUARI 2021
DUITSLAND
Duits staatsparlement herdenkt moedige standpunt Jehovah’s Getuigen tijdens naziterreur
Jaarlijks herdenkt het parlement van de staat Baden-Württemberg (Duitsland) de slachtoffers van het naziregime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit jaar stonden Jehovah’s Getuigen centraal. Vanwege de COVID-19-pandemie vond de ceremonie op 27 januari 2021 online plaats. Ruim 37.000 personen uit Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zwitserland woonden het evenement bij. De opname ervan werd vervolgens nog zo’n 78.000 keer bekeken.
Muhterem Aras, parlementsvoorzitter van de staat Baden-Württemberg, erkende dat ‘de geschiedenis van de vervolging van Jehovah’s Getuigen vrij uitgebreid is opgetekend, (...) maar niet algemeen bekend is.’ Ze zei verder dat de Getuigen tijdens deze duistere periode in de geschiedenis ‘een rolmodel zijn voor ons als het gaat om het omgaan met haat, marginalisering en het gevaar van (...) geweld.’
Voorzitter Aras vertelde het verhaal van Anna Denz, een Getuige uit Lörrach (Baden-Württemberg). Haar ouders stierven in een concentratiekamp. Anna weigerde op school de Hitlergroet te brengen. Uiteindelijk vluchtte ze met de hulp van geloofsgenoten naar Zwitserland. Later verhuisde ze met haar man naar de VS. ‘Anna Denz had de moed om tegenstand te bieden’, zei voorzitter Aras. ‘Haar geloof gaf haar die kracht.’
Geschiedkundige dr. Hans Hesse vertelde dat Jehovah’s Getuigen in 1933 in Duitsland werden verboden, slechts twee maanden nadat de nazi’s aan de macht waren gekomen. Hij zei tegen de aanwezigen dat onze broeders en zusters ‘het verbod weerstonden door pamfletten uit te delen of door te gaan met hun prediking’.
De geschiedkundige vertelde de ervaring van broeder Gustaf Stange. Toen broeder Stange terechtstond als gewetensbezwaarde dienstweigeraar, vroegen de aanklagers hem: ‘Wat zou er gebeuren als iedereen hetzelfde deed als u?’ Hij antwoordde: ‘Dan zou de oorlog meteen afgelopen zijn.’
Tijdens het online evenement werd muziek gedraaid van het Koninkrijkslied ‘Voorwaarts, Getuigen!’ Broeder Wolfram Slupina, opziener van de Nieuwsdienst van het bijkantoor van Midden-Europa, vertelde dat broeder Erich Frost, professioneel muzikant, de oorspronkelijke tekst van dit lied componeerde toen hij in 1942 in het concentratiekamp Sachsenhausen gevangenzat. Jaren geleden vertelde broeder Frost in een interview dat hij zijn medegevangenen wilde aanmoedigen met het lied, omdat ‘de intimidatie in het kamp ondraaglijk was’.
Mara en Finn Kemper (13 en 15), die ook Getuigen van Jehovah zijn, interviewden zuster Simone Arnold Liebster, die de nazivervolging overleefde. Zuster Liebster maakte als kind zware tegenstand mee. Omdat ze weigerde het naziregime te volgen, werd ze naar een tuchtschool gestuurd. Ze zei dat ze ‘enorme vreugde ervaarde’ toen ze pogingen om haar trouw te breken weerstond.
We zijn blij dat een groot publiek via deze ceremonie een krachtig getuigenis kreeg over Jehovah, die een betrouwbare Helper bewees te zijn tijdens een periode van zware vervolging (Hebreeën 13:6).