Doorgaan naar inhoud

Enkele van onze trouwe broeders en zusters die in Eritrea gevangen hebben gezeten of momenteel gevangenzitten

25 OKTOBER 2024
ERITREA

Oktober 2024: Jehovah’s Getuigen in Eritrea al dertig jaar intens vervolgd

Oktober 2024: Jehovah’s Getuigen in Eritrea al dertig jaar intens vervolgd

De afgelopen 30 jaar hebben Jehovah’s Getuigen in Eritrea zware vervolging moeten doorstaan. Sinds 1994 zijn meer dan 270 broeders en zusters onterecht gevangengezet en zelfs gemarteld vanwege hun geloof. Momenteel zitten er 64 in de gevangenis, terwijl niemand van hen ooit is aangeklaagd of veroordeeld voor een misdrijf.

Het presidentiële decreet van 25 oktober 1994 dat het staatsburgerschap introk van alle Jehovah’s Getuigen in Eritrea

Op 25 oktober 1994 vaardigde de president van Eritrea, Isaias Afewerki, een decreet uit waarin het staatsburgerschap van alle in het land geboren Jehovah’s Getuigen werd ingetrokken. Dat was een rechtstreekse reactie op de weigering van onze broeders om deel te nemen aan politieke activiteiten of militaire dienst te verrichten. Hoewel Jehovah’s Getuigen in Eritrea vóór 1994 al enige mate van tegenstand hadden ondervonden, intensiveerde het presidentiële decreet de vervolging. In de daaropvolgende decennia werden honderden van onze broeders en zusters willekeurig gearresteerd, gevangengezet en wreed behandeld.

De vrijlating van 32 Getuigen tussen december 2020 en februari 2021 leek erop te wijzen dat de situatie in Eritrea zou verbeteren. Maar helaas was dit niet het geval. Meer dan 20 Getuigen bleven in de gevangenis en de arrestaties van onze broeders en zusters gingen door. Toen, eind september 2024, viel de politie een privéwoning binnen en arresteerde 25 personen die vreedzaam waren bijeengekomen om de Bijbel te bespreken. Onder de gearresteerden waren drie personen van boven de 80 jaar, een zuster die ongeveer zes maanden zwanger was en twee minderjarige kinderen. De kinderen werden later vrijgelaten, maar de volwassenen werden overgebracht naar de Mai Serwa-gevangenis.

Degenen die in Eritrea vanwege hun geloof gevangenzitten, worden wreed behandeld en leven onder erbarmelijke omstandigheden. Broeder Negede Teklemariam, die 26 jaar gevangenzat, vertelt: ‘We werden vastgebonden met touwen en ondergingen wrede behandeling door de bewakers, extreme fysieke mishandelingen en dwangarbeid. (...) Ze wachtten gewoon tot we (...) zouden sterven.’ Tragisch genoeg zijn vier broeders als gevolg van de zware omstandigheden in de gevangenis overleden, en nog eens drie zijn kort na hun vrijlating overleden.

Zelfs onze broeders en zusters die niet gevangenzitten hebben met veel moeilijkheden te maken. Zonder staatsburgerschap hebben velen hun baan, hun huis en de mogelijkheid om vrij te reizen verloren. Sommigen zijn vanwege hun christelijke neutraliteit het slachtoffer geworden van verbaal en fysiek geweld door hun buren en overheidsfunctionarissen. Bovendien kunnen jonge Getuigen geen volledige seculiere opleiding volgen, want de overheid verplicht iedereen die een opleiding wil voltooien om een militaire training te volgen.

De voortdurende vervolging in Eritrea maakt ons diepbedroefd. Maar we weten dat Jehovah al onze Eritrese broeders en zusters die ondanks decennia van tegenstand moedig standhouden, niet vergeet. Als verenigde broederschap bidden we dat hij hen zal blijven sterken terwijl ze deze ‘vuurproef’ op hun geloof doorstaan (1 Petrus 4:12-14).