12 JUNI 2020
INTERNATIONAAL NIEUWS
Broeders en zusters in Rwanda en Zimbabwe ontvangen voedselhulp tijdens pandemie
De bijkantoren van Rwanda en Zimbabwe, alsook de plaatselijke ouderlingen, werken samen om ervoor te zorgen dat er voorzien wordt in de basisbehoeften van broeders en zusters die door de coronavirus-pandemie financieel geraakt worden.
Rwanda
Op 2 april 2020 stuurde het Rwandese bijkantoorcomité de gemeenteouderlingen een mededeling. Ze vroegen hun om na te gaan welke broeders en zusters het financieel moeilijk hebben vanwege de pandemie en om praktische hulp te bieden. Naar aanleiding daarvan troffen ouderlingen in het hele land regelingen om deze broeders en zusters te voorzien van voedsel en andere basisbehoeften.
Tegen half april had het Rwandese bijkantoor 31 hulpverleningscomités (hvc’s) gevormd. De hvc’s deelden onder andere mais, meel, rijst, bonen, zout, suiker en olie uit aan gezinnen in nood. Tot nu toe hebben ruim 7000 gezinnen noodgoederen ontvangen.
Ook zuster Nizeyimana Charlote en haar drie kinderen ontvingen voedsel. Ze zeiden: ‘Heel erg bedankt dat jullie ons in deze moeilijke tijd in geestelijk en fysiek opzicht helpen. We kunnen niet onder woorden brengen hoe dankbaar we zijn.’
Een broeder vertelde over de dag dat hem werd verteld dat zijn gezin noodhulp zou krijgen: ‘Op die dag was mijn vrouw flauwgevallen vanwege de honger. Maar toen kreeg ik onverwachts een telefoontje van een broeder die me vertelde dat mijn gezin voedsel zou krijgen. Ik kon het niet bevatten. De hele avond heb ik Jehovah steeds opnieuw bedankt.’
Zimbabwe
Door de COVID-19-pandemie zijn de voedseltekorten in land alleen maar groter geworden.
Het bijkantoor van Zimbabwe heeft vijf hvc’s opgericht om in noodhulp te voorzien. Verder heeft het bijkantoor verkondigers in de gelegenheid gesteld om voedsel en spullen te doneren aan broeders en zusters in nood. De hvc’s zorgen ervoor dat alles wordt uitgedeeld.
Tot nu toe hebben de hvc’s 62.669 kilo maismeel, 6269 liter olie, 3337 kilo gedroogde vis en 5139 kilo bonen uitgedeeld aan 7319 verkondigers.
Een echtpaar dat de Bijbel bestudeert en regelmatig de vergaderingen bijwoont had niet genoeg voedsel. Het raakte ze toen ze een voedselpakket kregen van de broeder die met ze studeert. De dag daarvoor had de pastoor van hun voormalige kerk contact met ze opgenomen. Hij vroeg ze om een donatie zodat hij en zijn vrouw boodschappen konden doen. Het echtpaar zag hoe groot het verschil was tussen Jehovah’s Getuigen en de pastoor en besloten dan ook om zich officieel uit te schrijven uit de kerk.
We zijn ervan overtuigd dat Jehovah deze hulpacties zal blijven zegenen en ervoor zal zorgen dat onze broeders en zusters in Rwanda en Zimbabwe zullen ontvangen wat ze nodig hebben (Handelingen 11:29).